Als object van ontwerp en architectuur, ruilplaats en sociaal baken speelt de winkel een centrale rol in ons stedelijk landschap en in de geschiedenis van onze handelspraktijken. Van 12 oktober tot 5 maart in het Design Museum Brussel biedt de tentoonstelling “On Display, When design takes over the shop” een blik op deze plaatsen van verleiding, tussen “shopping experience” en innovatielaboratorium.

Aan de voet van het Atomium presenteert het Design Museum Brussel zijn tijdelijke tentoonstelling On Design. De tentoonstelling, samengesteld door Benjamin Stooz, richt zich op de evolutie van winkelinrichting en -architectuur van de 19e tot de 20e eeuw. De winkel is opgevat als de bevoorrechte ruimte tussen de consument en het product. Deze tentoonstelling heeft dus zin omdat zij een universele praktijk aansnijdt waarmee iedereen wordt geconfronteerd: winkelen.

The Bubble Shop- Avenue des Champs-Élysées, Paris – Christian Girard (1926-2008) – © Nicolas Girard

In de tijd dat winkels deel gingen uitmaken van het dagelijks leven van onze voorouders, werden tal van concepten uitgevonden (etikettering, vrije toegang). De bezoeker krijgt de gelegenheid een duik te nemen in de evolutie van de architectuur van winkels en meubels die, in tegenstelling tot de huiselijke architectuur, een laboratorium voor experimenten vormden. Het tijdelijke karakter van de winkels en de kleine oppervlakte vormen immers een vruchtbare bodem voor innovatie.

On Design: Art in the Shop geeft inzicht in hoe we zijn gekomen tot de architectuur en vormgeving die vandaag de dag in winkels overheerst. De tentoonstelling begint met Adolf Loos, een baanbrekende architect die voorstander was van het schrappen van opzichtige decoratie. Zo ontwierp Loos een winkel waar elk volume van de ruimte een specifieke functie had. Zo voegde hij een verdieping toe aan de drie achterkamers van de Knizeboetiek in Wenen (1910-1913). Hij onderscheidde ze van de voorkamers, die een groter volume hadden en luchtiger waren omdat ze als toonzaal dienden.

De Olivetti winkels (kantooraccessoires) zijn een ander voorbeeld van globaal design waar architectuur en design in dialoog zijn. De harmonie tussen meubels, producten en architectuur draagt het imago van het merk Olivetti uit. Vervolgens zal het algemene ontwerp van de winkels zich aanpassen aan nieuwe consumptiepatronen zoals consumentisme. De Esprit-winkel in Keulen (1986) is een voorbeeld van de wens om zich aan te passen aan het tienerpubliek en zijn karakteristieke consumptiepatronen. De winkel heeft een grote centrale trap en bevat felgekleurd, laag meubilair dat de bezoeker zicht geeft op de hele winkel.

©Design Museum Brussels – Daniel Nicolas – Hans Hollein – 6a architects 

De tentoonstelling laat zien hoe kunst op subtiele wijze is verbonden met commerciële praktijken. Van Loos tot het begin van de 21e eeuw zien we dat de dialoog tussen kunst en commerciële praktijken sterk is geëvolueerd. We kunnen ons afvragen wat de toekomst van deze winkels zal zijn in het tijdperk waarin online winkelen een universele praktijk is geworden.

Kunnen we ons voorstellen dat de formele zoektocht naar atypische architectuur en design voor nieuwe winkels de huidige trend zou kunnen keren? Op basis van de collecties van het Centre Pompidou, het Design Museum in Londen en het Design Museum in Gent rehabiliteert On Design: When Art Invests the Shop het gebruik van de winkel als plaats voor architecturale en ontwerpexperimenten.


De tentoonstelling On Design: Art in the Shop loopt van 12 oktober 2022 tot 5 maart 2023 in het Design Museum Brussel